h

Nieuw optimisme voor de wijken

4 februari 2006

Nieuw optimisme voor de wijken

Column van Willem Bouman over de noodzaak van actieve, kritische wijkraden en de onontbeerlijke wil bij de gemeente om echt iets van wijkgericht werken te maken.

Het lijkt de goede kant op te gaan met de wijkraden in Doesburg. De wijkraad Noordelijk Molenveld heeft zich in de afgelopen maanden versterkt, houdt enquêtes, laat geregeld van zich horen richting gemeenteraad en houdt de wijkbewoners goed op de hoogte. Prima! In het Zuidelijk Molenveld is onlangs een wijkraad van start gegaan, die ook al direct zichtbare resultaten wil zien. De beide wijkraden sluiten aan bij reeds eerder opgedane, goede ervaringen met de wijkraad de Ooi en met het Buurtschap Noord-Oost (BNO). Cruciaal bij de ontwikkeling van wijkraden zijn enerzijds de juiste houding en taakopvatting bij de leden van de wijkraad zelf, anderzijds de oprechte bereidheid bij de gemeente om de raden serieus te nemen.

Een wijkraad die bestaat uit uitsluitend vergaderaars is geen lang leven beschoren. Het gevaar is namelijk steeds dat men te veel koerst op de informatie die van buiten de wijk komt (de gemeente, de wooncorporatie), dat men zich te zeer afhankelijk maakt van het toevallige oordeel van de wijkraadsleden, in plaats van centraal te stellen wat de wijkbewoners ervan vinden. Zo gauw een wijkraad dan in een belangrijke kwestie geen standpunt heeft of het (in de ogen van de mensen) verkeerde standpunt, dan is het met het draagvlak voor de wijkraad gedaan en vervolgens ook snel met de wijkraad zelf. Een wijkraad moet dus altijd actief op zoek zijn naar wat de mensen in de wijk bezig houdt en met de opbrengst van dit werk ook daadwerkelijk iets doen. Daarbij is een kritische, onafhankelijke opstelling cruciaal: meelopers zijn nooit populair!

Een tweede, constant dreigend gevaar is het gebrek aan bereidheid van gemeentelijke zijde om dat wat wijkraden inbrengen ook daadwerkelijk serieus te nemen. In Beinum beklaagde men zich destijds over een gebrek aan medewerking door de gemeente en stopte ermee; de wijkraad Binnenstad uitte eenzelfde frustratie alvorens zichzelf op te heffen. Natuurlijk, er speelde in beide gevallen veel meer, maar een verstandig gemeentebestuur doet er goed aan om snel iets met kritische geluiden te doen. Succesvol willen werken met wijkraden houdt vooral ook een interne missie voor de gemeente in: alle medewerkers moeten op een andere manier naar de wijken en hun bewoners leren kijken. Een modern gemeentebestuur communiceert in een vroeg stadium met de mensen in plaats van ze kant-en-klare plannen voor te schotelen...

In de nu aflopende collegeperiode hadden wat mij betreft veel grotere stappen gezet kunnen en moeten worden op het gebied van wijkgericht werken. De hiervoor benodigde topprioriteit was er gewoonweg niet. Desalniettemin is er een goed begin gemaakt. De functie van wijkcoördinator is ingesteld (Armand Rood is inmiddels opgevolgd door Caroline Kobus) en zal in de toekomst een belangrijke schakel kunnen zijn tussen de gemeente en de wijken. Doesburg kent op dit moment een aantal actieve wijkraden, die de gemeente scherp houden, de aandacht opeisen voor relevante zaken in de wijk, en die niet loslaten. En nieuwe mogelijkheden dienen zich aan om een stroomversnelling teweeg te brengen (o.a. extra middelen via het Kleine Stedenbeleid). Wat mij betreft gaan we daarom nu snel verder met het opzetten van wijkraden in Beinum en in de Binnenstad, die meteen ook voor een actieve, betrokken werkwijze kiezen. Als het nieuwe gemeentebestuur er daarbij ook echt voor zal willen gaan, dan zal het begrijpelijke cynisme van veel mensen plaats kunnen maken voor een gevoel van samen de schouders eronder en van nieuw optimisme.

U bent hier