h

Windturbines op de IJsselkade?!

2 februari 2006

Windturbines op de IJsselkade?!

Een Ooibewoner rekent in een ludiek betoog keihard af met de mooie architectentaal waarmee draagvlak voor controversiële plannen moet worden gerealiseerd…

Esdoornlaanbewoner Nicolaas Overvoorde veegde tijdens de hoorzitting over het nieuwe ontwerp-bestemmingsplan Molenveld en Ooi in een ludieke bijdrage de vloer aan met de ‘architectonische retoriek’ ofwel de mooie praatjes van architecten en stedebouwkundigen 'om iets wat krom is recht te praten' (in dit geval het geplande appartementen-complex op het Texacoterrein). Hieronder de integrale tekst!

………..dit brengt mij op een nieuwtje! Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat de Vereniging tot Behoud van de Hollandse Molen een verzoek heeft ingediend bij de gemeente Doesburg om op de IJsselboulevard vóór het complex Contr’Escarpe een aantal windmolens te mogen plaatsen. Voorlopig wordt gedacht aan een aantal van tien in de lengterichting van de boulevard. De gemeente heeft op dit verzoek, weliswaar onder bepaalde voorwaarden, positief gereageerd. Als voorwaarde is onder meer gesteld het plaatsen van tenminste vijf windturbines, steeds tussen twee windmolens in. In de onderbouwing van het besluit van de gemeente Doesburg lezen we onder andere het volgende:

“Een excellent project om onze toerismedoelstelling een stimulans te geven. En natuurlijk om ons binnenkort te openen hotel een betere kans van slagen te geven. Onze eis ten aanzien van de windturbines is ingegeven door ons streven om Doesburg niet alleen een stad met een historische achtergrond te laten zijn, maar tevens een stad met een eigentijdse blik op het heden en de toekomst. Deze aanpak sluit ook geheel aan op onze visie ten aanzien van milieuvriendelijke energieopwekking Bovendien zal onze doelstelling 'Doesburg moet zo lang mogelijk zelfstandig blijven' door onze eigen energiewinning meer kans van slagen hebben. Na overleg met de stedenbouwkundige, de welstandscommissie en andere terzake kundigen is gekozen voor een situering parallel en dichtbij de IJsseloever om met name de tegenstelling tussen water (rivier) en wind (molens) te laten uitkomen. Tevens ontstaat hiermee een ruimtelijke verankering met het aangrenzende woningcomplex, waarbij bepaald ook een speels en vrolijk contact ontstaat, terwijl de bewoners van dit complex hun eventuele bezwaren ruimschoots gecompenseerd zien door het altijd voor hun huis aanwezige gegeven: weten uit welke hoek de wind waait. Wij onderkennen dat deze molens op zichzelf van een vorm- en schaalniveau zijn dat niet bepaald harmonieert met de omliggende woongebouwen. Wij achten dit project echter acceptabel omdat de vijftien molens worden gekoppeld aan andere ruimtelijke elementen, van wat groter en kleiner schaalniveau, zoals de rivier, de lichtelementen, de monumentale trap naar de oever en last but not least de appartementencomplexen”.

Overvoorde rondde zijn betoog af met het uitspreken van zijn hoop dat de aanwezige raadsleden anders zullen reageren op zijn goedbedoelde woorden dan in het welbekende rijmpje:

‘De raadsleden luisterden aandachtig
Deden daarna een plas
En lieten de hele zaak
Precies zoals-ie was.’

U bent hier